Na ruim 2 jaar vliegen op alleen hoogdekkers (en ook nog puur Cessna), kwam voor mij het moment om te vliegen met een laagdekker: Een Piper Cherokee 28. Dat mag je niet zomaar, je moet met een bevoegd instructeur een “conversie” doen: zodat je alle eigenschappen van een nieuw type toestel goed doorkrijgt. Het was al weer even geleden dat ik in Eindhoven had gevlogen, dus het zou een dubbelzware les worden.
De Piper is kwestie was de PH-TYD, die sinds 2 jaar in Eindhoven vliegt. Na wat extra brandstof erin gegooid te hebben, flightplan aanmelden en de pre-flight check uit te voeren, werd het tijd om in te stappen. Obstakel 1: Slechts 1 deur.
Na installatie van de instructeur en mijzelf namen we even de tijd om bekend te worden met alle instrumenten en knopjes. Er zitten een paar afwijkingen in ten opzichte van wat ik gewend ben: zo zijn de snelheden zowel in knopen als in mijlen per uur aangegeven. De flaps zijn in tegenstelling tot een Cessna niet elektrisch. Er zit een extra brandstofpomp in die je gebruikt tijdens de “kritieke fases” van het vliegen: opstijgen, landen, klimmen, etc. Maar het was vooral even zoeken naar de plek van de instrumenten die je veel gebruikt.
De start van de motor ging soepel en na taxi en uiteindelijk een take-off clearance konden we het ruime luchtsop kiezen. We vlogen naar het noorden, om daar buiten de CTR wat oefeningen te doen.
Eerste oefening waren normale bochten, dat was allemaal geen probleem. Daarna steile bochten. Dat leek simpel, maar na de eerste 360 zei de instructeur: “en nu echt een steile bocht”. Hij vond het niet steil genoeg…
Een bocht die wel steil genoeg was gaf inderdaad wat meer problemen om hoogte te houden, maar de tweede poging was weer zoals het hoort. De bochtenoefening werd gevolgd door een clean stall en een stall met full flaps. Die gingen redelijk goed, dus vlogen we terug naar het vliegveld voor het landingsgedeelte.
Het circuit in Eindhoven is een stuk korter en lager dan in Hasselt, dus het was even doorwerken om alle checks op tijd af te krijgen (zeker als alle instrumenten nog even op onwennige plekken zitten). Ik kwam een aantal keer wat laag binnen, de mensen op de spottersweg hadden hun zoomlens vandag niet nodig. Al stonden ze er volgens mij niet voor mij…
Het nadeel van Eindhoven is dat er commerciele vluchten landen van o.a. RyanAir en Transavia. Logischerwijs hebben die wat meer prioriteit: op het moment dat zij established op de ILS zitten, kunnen wij holdings draaien op downwind. In totaal moesten we 3 holdings draaien. Gelukkig vlieg je dan nog: als je net voor de startbaan staat moet je gewoon wachten op de grond.
Na 5 touch en go’s stond het zweet me aardig in de schoenen en besloten we een full stop te maken. Het was een goede vlucht; het verschil in hoog- en laagdekker is minder dan dat ik dacht. In de volgende vlucht met een laagdekker ga ik me concentreren op alle noodprocedures.